Geen sneue partij meer
Uit: Trouw 05/09/2018
De Zweden Democraten zijn ongekend populair. De anti-immigratiepartij groeit al zeven verkiezingen op rij. Bij de parlementsverkiezingen van 9 september kan het een van de grootste partijen worden. Wie zijn haar aanhangers en wat willen ze?
Bij Graffiti, de restaurantketen waar ik werk is het officiële beleid: wij bedienen geen SD’ers”, vertelt Rebecca Pederson (34). SD’ers, dat zijn de aanhangers van de Sverigedemokraterna, de conservatief-nationalistische Zweden Democraten. Pederson woont in Hässleholm in Skåne, de Zuid-Zweedse regio die al sinds de begindagen van de partij een bolwerk van de Zweden Democraten is. “Toen ik solliciteerde, wist mijn baas niet eens dat ook ik zelf SD’er ben.”
De anti-immigratiepartij is het lachertje van de media, stedelingen, progressieven, het politieke establishment – eigenlijk van iedereen die niet op de ze stemt. Ze worden aangehaald als ‘die racisten’, ‘die vrouwenhaters’, ‘die xenofoben’, ‘die islamofoben’. Mensen die het niet waard zijn om mee in discussie te gaan. “De SD is de meest verafschuwde partij”, zegt politicoloog aan de universiteit van Lund Anders Sannerstedt, die al twaalf jaar onderzoek doet naar de SD en haar gevolg. “Ongeveer de helft van de Zweden geeft aan de partij intens te haten.”
Pederson: “Dat is het verschil tussen SD’ers en niet SD’ers. Ik heb geen disrespect voor mensen die iets anders stemmen, iedereen heeft recht op zijn eigen ideeën. Maar andersom is dat wel zo. Als je voor de SD bent, word je door ieder ander uitgespuugd.”
De SD profileert zich nu ook als het antwoord op de teloorgang van de welvaartsstaat
Veel Zweden lijken te vergeten dat de SD inmiddels de op één na grootste partij is in de peilingen. De SD groeit al zeven verkiezingen op rij. Zelfs in het hedendaags Europa – waar populisten alomtegenwoordig zijn – maakt dat de Zweden Democraten uitzonderlijk succesvol.
Hässleholm is zo’n gemeente in Skånska waar ruim een op de vier bewoners de anti-immigratiepartij steunt. Bij de gemeenteverkiezingen in 2014 werd de SD hier de tweede partij, met 22 procent van de stemmen.
De plaats bestaat bij gratie van het treinstation, van oudsher een belangrijk spoorwegknooppunt. Hässleholm is jong – de stad werd gesticht in het begin van de twintigste eeuw – en dat is te zien aan het straatbeeld: behalve de kerk, het gerechtsgebouw en het oorspronkelijke stadshotel staat in het centrum vooral naoorlogse nieuwbouw.
“Op gemeenteniveau strijden we voor het behoud van de stad zoals die vroeger was”, vertelt Hanna Nilsson (31), voorzitter van de lokale SD. “Zoals het paviljoen, een overblijfsel van toen Hässleholm nog twee militaire bases had.”Ook hoog op de gemeentelijke én nationale SD-agenda staat ‘wet en orde’. “Er is nu een politieauto die soms een rondje rijdt”, zegt Sven Lundh (52), vice-voorzitter van de lokale SD. “We willen meer agenten, meer burgerwachten, meer camera’s. Drie jaar geleden is in de stationshal een moord gepleegd. Dat is niet normaal voor Hässleholm. Het zijn vooral vluchtelingen die rond het treinstation hangen, drugs verkopen en vechtpartijen veroorzaken.”
Uitgesproken racisme
De SD heeft haar wortels in de ‘witte-overheersingsbeweging’ Bevara Sverige Svensk (Houd Zweden Zweeds) en een aantal van haar oprichters was gelieerd aan het neonazistische milieu. Sinds de oprichting van de politieke partij in 1988 heeft het leiderschap getracht het hele uitgesproken racisme uit te bannen en zich te conformeren aan het politieke establishment.
Maar daarbij heeft haar standpunt nauwelijks aan radicaliteit ingeboet: niet-Europese migranten ziet de partij als een existentiële bedreiging voor de natie en de ziel van het volk. Ze pleit voor een verdere inperking van de immigratie, voor een efficiënter deportatiesysteem en een ‘cohesiepolitiek’ ter versterking van de Zweedse identiteit – wat die dan dan ook mag zijn.
Bij de vorige parlementsverkiezingen, in 2014, won de SD 13 procent van de stemmen. Volgens de huidige peilingen lijkt zo’n 20 procent van de Zweden op 9 september de SD als voorkeurspartij aan te vinken. Het is vooral de mannelijke middenklasse die op de Zweden Democraten stemt, zegt politicoloog Sannerstedt.
“De meesten zijn laag tot middelbaar geschoold. Hoe hoger opgeleid, des te kleiner de kans dat je SD stemt. Verder zijn het heel normale mensen. Het beeld dat door de jaren heen is gevormd, van een beetje een sneu volk dat werkloos is en daarom ontevreden, klopt niet. Het overgrote deel heeft gewoon een baan of is inmiddels met pensioen.”
In de drie grootste steden is de aanhang van de partij klein, maar je hoeft niet ver te reizen, zegt Sannerstedt, en je bevindt je in SD-gebied. Wat is de aantrekkingskracht van de Zweden Democraten voor de bevolking van dit soort kleinstedelijke gemeenten?
“Het Zweden van vandaag is niet meer het Zweden van toen ik opgroeide”, meent Lundh. “In de jaren zeventig en tachtig zag het leven in Hässleholm er heel anders uit. Sindsdien zijn de sociale voorzieningen extreem verslechterd. Als je hulp nodig hebt is die nauwelijks te krijgen. We hadden hier altijd een EHBO-post, maar die is gesloten.”
De schoolklassen zitten vol kinderen uit het Midden-Oosten, vervolgt hij. “De tolken zitten in het klaslokaal met de rest. Het is een puinhoop, onze kinderen leren niks. Steeds meer Zweden kiezen voor privé-onderwijs. Mijn kinderen gaan nu naar een Engelse school. Een groot deel van ons budget gaat naar bijstand voor vluchtelingen, zelf hebben we geen geld meer voor onze ouderen en kinderen.”
In 2015 en 2016 kwamen er 280 alleenstaande, Afghaanse asielzoekers naar Hässleholm, vertelt Lundh. “Dat lijkt misschien niet veel, maar op zo’n kleine bevolking is dat heel wat. Die moeten allemaal leven, die moeten naar school en dan een baan. Maar die hebben we hier niet.”
In de gemeente Hässleholm heeft 16 procent van de bevolking, ongeveer 8000 man, een buitenlandse achtergrond. De helft van hen komt van buiten Europa. In 2017 ontvingen vluchtelingen in Hässleholm gezamenlijk 11 miljoen kronen aan sociale bijstand, ongeveer 1,1 miljoen euro. Dat is minder dan een half procent van de totale jaarlijkse uitgaven van de gemeente.
“Ik werkte tot een paar jaar geleden als verpleegster in de ouderenzorg”, valt Pederson haar vice-voorzitter bij. “Vroeger hadden we nog tijd om met de bewoners een spelletje te spelen of naar buiten te gaan. Toen was er nog geld voor een verse maaltijd, nu eten ze diepvriesvoedsel.”
We willen dat onze kinderen en ouderen voorrang krijgen, zegt voorzitter Hanna Nilsson. “En niet dat migranten recht hebben op een speciaal potje. De Zweden zien dat het niet meer fair is. Vluchtelingen hoeven minder te betalen voor de tandarts. Huisartsen hebben geen tijd meer voor ons.” De welvaartsstaat, zegt ze, is niet gemaakt voor zoveel nieuwe mensen. “We betalen steeds meer belasting, maar zien er steeds minder voor terug.”
Stokpaardjes
Dat is precies de redenering die ook Jimmie Åkesson toepast, SD-partijleider sinds 2005. Åkesson nam de taak op zich de één-thema-partij te transformeren naar een partij die het hele palet aan zorgen van het volk aankaart. De SD berijdt niet langer alleen haar stokpaardjes (anti-immigratie en veiligheid), ze heeft zich vooral het laatste jaar ook geprofileerd als antwoord op de teloorgang van de welvaartstaat – maar wel door die retorisch te verbinden aan het migratievraagstuk. Dat onze sociale voorzieningen zo versoberen, betoogt Åkesson, is het gevolg van de vluchtelingenstroom.
Heeft hij daar een punt? Zweedse economen kunnen het er niet over eens worden. Ja, aanvankelijk kosten vluchtelingen de staat veel geld. Ze hebben onderdak nodig, taallessen, een uitkering. Aan de andere kant: de meesten van hen krijgen op den duur een baan, vaak in de sectoren waar grote arbeidstekorten zijn, zoals in de zorg. En dan leveren ze juist een belangrijke bijdrage aan zowel staatskas als maatschappij.
Åkesson speelt ook in op het traditioneel-populistische onderscheid tussen elite en volk. Peilingbureau Ipsos onderzocht het misnoegen van de achterban van de verschillende partijen. Ruim negen op tien SD-kiezers geeft aan ‘een enorme afstand tot de macht’ te voelen en zegt dat ‘Stockholm zich niet bekommert om de standpunten en problemen van de gewone man’.
“Stockholm heeft zijn prioriteiten niet op orde”, zegt Lundh. “In de jaren tachtig hadden we bijvoorbeeld nog een redelijk leger. Wat daarvan over is, en dat is al bijna niks, zit voor de weldaad in Afrika en Azië. Elke dag branden in de grote steden auto’s uit. Waarom wordt daar niets aan gedaan? Waarom heeft niemand het hierover?”
“Ik groeide op in een niet zo welvarende buurt”, vertelt SD-stemmer Pederson. “Er waren veel inbraken, je hoorde over verkrachtingen, vernieling. Dat kunnen ook Zweden zijn geweest, daar gaat het niet om. Het punt is dat er iets aan de hand is, er verandert iets in de samenleving, en Stockholm doet er niks tegen. Niemand maakt zich nog druk om een ander.”
En nee, dat heeft niets te maken met racisme, zegt ze. “Een van mijn beste vriendinnen is moslim. Het gaat me om waarden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren we land met een kleine bevolking, iedereen werkte voor hetzelfde bedrijf. De Zweden waren verenigd. Nu hebben we weinig om gezamenlijk trots over te zijn.”
Establishment
Ondanks haar populariteit is de kans dat de SD in de regering komt miniem, meent politicoloog Sannerstedt. Geen enkele andere partij is bereid met haar te regeren. Desondanks bewegen de twee andere grootste partijen, de Sociaaldemocraten en de Moderaten, wel steeds meer naar rechts sinds ze een groot aandeel van hun achterban naar de Zweden Democraten hebben zien vertrekken. “Het establishment gaat mee in de SD-retoriek van veiligheid en dichte grenzen, terwijl datzelfde establishment die partij demoniseert.”
De houding tegenover de SD verandert wel, meent kiezer Pederson. “Twee jaar geleden had je nog niet met mij kunnen praten omdat ik SD stem. Als je met een SD’er praatte, was jij een racist, net als ik. Maar de mensen raken moe. De andere partijen beginnen te vragen naar onze ideeën. We zijn niet zo dom als we eruit zien, snap je? Dat is de kracht van de SD: we zijn de gewone Zweden. Een beetje zoals de sociaaldemocraten in het begin van de vorige eeuw.”