De laatste rustplaats voor Fins kernafval
Uit: De Morgen (27/06/2017)
De Finnen gaan hun kernafval begraven in diepe tombes onder de grond. In die grafkelders kan het nucleaire materiaal altijd blijven liggen, en zelfs vergeten worden.
Zoveel landen die zitten opgescheept met radioactief afval, zoveel opruimmethoden zijn al geopperd. Ze variëren van lanceren naar de ruimte tot, verpakt in een klont beton, dumpen in de diepzee. Die laatste strategie omarmde ook Nederland, totdat duidelijk werd dat deze aanpak allesbehalve waterdicht was. Nucleaire materiaal sijpelde meer dan eens de zee in.
Finland lijkt nu als eerste een permanente rustplek voor zijn verbruikte splijtstof te voltooien. Op het eiland Olkiluoto, in de Oostzee vlak voor de Finse kust, gaan graafmachines 450 meter de grond in voor de constructie van een ondergronds netwerk. Daar, in tombes diep in het gesteente, komt vanaf 2020 zo’n 6500 ton aan nucleair afval te liggen – om er nooit meer weg te gaan.
Het project Onkalo, Fins voor ‘holte’, heeft een levensduur van 100.000 jaar. Als de magazijnen over circa een eeuw naar maximale capaciteit benut zijn, worden de schachten gevuld en afgedicht met klei. De bovengrondse installatie wordt ontmanteld. Een voorbijganger zal niets opmerkelijks afzien aan het oppervlak.
Het project begon goed en wel in 1983, toen de Finse regering besloot dat de generaties die van kernenergie profiteren zelf ook hun zooi moeten opruimen. En niet met tijdelijke constructies, zoals dat tot op heden gebeurt. De meeste naties met radioactief afval, onder welke ook Finland, bewaren de levensgevaarlijke materie in tanks. Water vormt een barrière tegen de schadelijke straling.
Maar dat deze opslagmethode vroeg of laat onhoudbaar wordt, staat buiten kijf. De radioactieve straling behoudt duizenden, tienduizenden zelfs honderdduizenden jaren een niveau dat bij blootstelling al het nabijgelegen leven aantast. En niemand is in staat een bovengronds bad te bouwen dat bestand is tegen millennia aan verweer, natuurrampen, menselijke vernielzucht.
Juhani Vira, een technisch natuurkundige met een lange carrière in onderzoek naar nucleair afval, verklaart waarom Finland voor de zogeheten ‘geologische opslag’ heeft gekozen. Hoewel.. gekozen: “Eigenlijk bestaat er geen alternatief”, meent Vira. “We hebben een wet die verbiedt het gevaarlijke afval te exporteren. Methoden om radioactief materiaal te veranderen in een onschadelijk goedje zijn in ontwikkeling, maar zullen nooit al het verbruikte splijtstof kunnen verwerken.”
Het spul lanceren brengt te veel onoverkomelijke gevaren met zich mee. Het naar de bodem van de zee laten zakken bleek ook een weinig geslaagd plan. Blijven over: de nuloptie, oftewel niets doen en de dodelijke erfenis bovengronds doorgeven aan volgende generaties. Dit is de strategie die vooralsnog de meeste landen toepassen. Ofwel zover de diepte ingaan dat het radioactieve materiaal voor altijd verstoken is van daglicht, ongeacht erosie, oorlogen of aardbevingen.
“Finse politici waren heel pragmatisch in hun benadering”, aldus Vira. “Niet alle parlementariërs waren enthousiast over het idee radioactief afval in de achtertuin te begraven, maar iedereen verkoos deze oplossing boven het alternatief, de nuloptie.” Wat volgens Vira van grote invloed is geweest is dat, ten tijde van de beslissing, de Joegoslavische oorlogen woedden. “Ik denk dat we ons plotseling heel bewust werden van onze kwetsbaarheid.”
Eiland
De partij die bekleed is met de ontwikkeling van Onkalo is kernenergieleverancier Posiva. Decennialang hebben zij, samen met een leger internationale wetenschappers, gezocht naar een geschikte locatie. Van de honderd opties haalden vier de short- list. “Bestudeerd zijn de geologische eigenschappen van het bodemgesteente, mogelijke fracturen, het grondwater, het volume van de rots en of dat toereikend was voor de omvang van de opslagkamers”, vertelt Tiina Jalonen, de vicedirecteur van Posiva.
Uiteindelijk viel de beslissing op het eiland waar ook een kernreactor staat. Het gesteente moest vanzelfsprekend aan de eisen voldoen, maar het was de instemming van de plaatselijke bevolking die de doorslag gaf. Ze hadden het recht op veto, maar besloten dat niet in te zetten. “De bewoners zijn gewend aan kernoperaties, wij hebben hun vertrouwen”, is de verklaring van Jalonen. Wat ongetwijfeld ook meegespeeld heeft in het besluit is de belasting die het project jaarlijks binnenbrengt. Van de geïnde miljoenen zijn in de gemeente al een nieuw verzorgingstehuis, een bibliotheek en een aantal sportvelden uit de grond gestampt.
Nieuwe ijstijd
Het team Onkalo-onderzoekers probeert alle mogelijke scenario’s te voorzien, maar 100.000 jaar aan toekomst voorspellen, dat is nogal wat. Natuurlijk houden ze rekeningen met menselijke inmenging en een spectrum aan natuurrampen. Ze buigen zich ook over de mogelijkheid van een ijstijd. Wat gebeurt er met de rotspartij en het uraniumgraf als de hele boel bevriest? En wat als vervolgens de dooi weer inzet? “We zijn niet zo bang voor de geologische gevolgen van een glaciaal”, zegt Jalonen. Bewegingen van tektonische platen, het afkoelen en opwarmen van het gesteente: het zou allemaal geen invloed moeten hebben op de verzegeling van de grafkamers.
Nee, het grootste dilemma waar wetenschappers hun hoofd over breken betreft de overlevering van informatie. Hoe kan onze generatie garanderen dat de kennis van dit radioactieve depot over duizenden generaties nog steeds beschikbaar is? Wordt de locatie gemarkeerd met waarschuwingssymbolen? Posiva’s Jalonen wuift het thema weg. Een marker in het landschap zal de 100.000 jaar niet halen. En bovendien: hoe kunnen wij nou weten welke taal de bevolking hier tegen die tijd spreekt? Informatiebehoud is niet onze verantwoordelijkheid, zegt Jalonen, maar die van het Stuk, de Finse autoriteit voor straling en nucleaire veiligheid.
Ook zij moeten toegeven er nog niet helemaal uit te zijn. Ja, alle documentatie gaat naar het nationaal archief, maar het is onwaarschijnlijk dat dit register over duizenden, laat staan tienduizenden jaren nog bestaat. “De kwestie van databeheer over zo’n lange tijdsspanne is aangekaart bij een internationale werkgroep”, zegt Jussi Heinonen van Stuk. “Maar we hebben even om er over na te denken. Over honderd jaar pas sluit te tombe.”
Daar voegt Heinonen wel aan toe dat kennisoverdracht niet noodzakelijk is voor de veiligheid van toekomstige generaties. Onkalo vereist geen onderhoud of surveillance. Sterker nog: sommige betrokkenen bij het project zien vergetelheid als de meest wenselijke uitkomst.
Want, zegt Posiva’s Jalonen: de kans dat iemand per ongeluk op het kernafval stuit is verwaarloosbaar, maar een eilandlegende over mysterieuze schatkamers kan aanzetten tot graven.