Plek voor allen op atheïstenkerkhof
Uit: Het Parool (27/07/2017)
Zweden had tot voor kort alleen maar religieuze begraafplaatsen. Nu is er dan ook een atheïstische. Gelovigen mogen er ook liggen, zij het zonder religieuze symbolen.
GÖTEBORG. Vlak bij het graf van de beroemde Zweedse tenor Jussi Björling, in het Centraal-Zweedse Borlänge, ligt een nog ongeschonden veldje groen. Een stuk land waar niets bijzonders aan te zien is. Gewoon, een nieuw kerkhof waar nog niemand ter aarde is besteld. Toch is er wat met dit stuk grond. De begraafplaats is namelijk een atheïstische, voor zover bekend de eerste in zijn soort. Kerkhoven in Zweden hadden tot op heden altijd een religieus karakter. Het merendeel daarvan viel onder beheer van de evangelisch-lutherse kerk.
Mengelmoes
“Dit is neutraal grondgebied,” zegt de initiatiefnemer Josef Erdem, een sociaaldemocratische politicus in de Zweedse provincie Dalarna. “Dit land herbergt veel atheïsten, of simpelweg ongelovigen. Voorheen had- den zij alleen te kiezen uit een godsdienstige eindbestemming. Nu hebben ze een eigen plek.”
Volgens de recentste peilingen van onderzoeksbureau Gallop International was in 2015 ruim driekwart van de Zweedse bevolking atheïst of niet- religieus, en daarmee is het het meest ongelovige land van de westerse wereld; het wordt in de wereld zelfs alleen door communistisch China overtroffen.
Toch is de dodenakker niet uitsluitend bedoeld voor ongelovigen. Iedereen mag hier een stukje grond innemen, zegt Erdem, zolang de graven maar geen religieuze, racistische of nationalistische symbolen dragen. Erdem komt zelf uit Koerdistan. “Mijn familie is een mengelmoes van christenen, moslims en atheïsten.” Bij leven konden ze allemaal door één deur, vertelt hij. Waarom zouden ze na hun dood dan moeten scheiden?
‘De mensen hier willen niet in een religieus kader worden gedwongen’
Zweden is het enige land in Scandinavië zonder officiële staatskerk. De Zweedse kerk verzelfstandigde in 2000. Haar gevolg slinkt al jaren. Steeds minder stellen trouwen bij het altaar en de doop maakt nu vaak plaats voor een ‘naamgeefceremonie’: een areligieus alternatief voor ouders die een feestelijk moment willen inbouwen voor de bekendmaking van naam en peetouders van het kind. Het wordt soms voorgezeten door de ouders, soms door een ambtenaar. Tegelijkertijd lijkt het aantal leden van de protestantse vrije kerken, de katholieke kerk en de islam licht toe te nemen, vooral door immigratie – maar niemand kan dit met harde cijfers onderbouwen, want de Zweedse wet verbiedt registratie op basis van geloof.
Tolerant en open
Veel van oorsprong christelijke feestdagen worden nog steeds uitbundig en door iedereen gevierd. Maar nauwelijks met kerkbezoek, vooral met zoete broodjes.
Zelfs toen Erdem nog in Koerdistan woonde, spraken hij en zijn vrienden over een areligieus kerkhof. “Overal waar ik het onderwerp bespreek, lijkt er vraag naar te zijn.” Maar in Zweden bij uitstek. “De mensen hier zijn graag neutraal. Ze willen niet in een religieus kader worden gedwongen. We zijn hier heel vrij, alles is open, ook de natuur met haar meren en vlaktes. Zelfs gelovigen staan heel tolerant tegenover belijders van andere religies.”
Voor de politicus is dit een sluitstuk: wederzijds ontzag op onze laatste bestemming, dat duidt toch wel op de ultieme verbintenis van het volk.
Inmiddels hebben tientallen inwoners van Borlänge zich voor het kerkhof ‘aangemeld’. Erdem krijgt telefoontjes van lokale politici uit alle wind- streken: of hij ze op weg kan helpen met eenzelfde initiatief in hun gemeente.
De sociaaldemocraat zelf verbindt zich aan geen enkele religie. De mens, zegt hij, is ouder dan deze goden. Die verklaring vindt hij voldoende. “Ik lees en discussieer graag over geloof, maar daar blijft het bij.” Uiteraard wil ook Erdem op zijn atheïstenbegraafplaats eindigen.